Home

Sep 6, 2017

Wat is het alternatief voor een flexibele pensioenleeftijd?


Posted by: Ron van Os

Beschrijving van het probleem
Tot en met 2012 was de AOW-leeftijd 65 jaar. De wetgever heeft toen besloten dat we gemiddeld genomen nog maar 18 jaar en 3 maanden AOW krijgen. Dus als de gemiddelde  leeftijd toeneemt, gaat de AOW-leeftijd automatisch mee omhoog. Inmiddels zitten we op 65 jaar en 9 maanden en dat zal in 2022 zijn opgelopen naar 67 jaar en 3 maanden.

Steeds vaker is te horen dat het zo niet langer kan, en dan met name:

-          voor mensen in zware beroepen

-          voor werknemers die al op jonge leeftijd de arbeidsmarkt hebben betreden

-          voor lager opgeleiden (die gemiddeld genomen minder lang leven dan hoger opgeleiden)

Is onderscheid maken tussen groepen de oplossing?
Naar mijn mening moeten we daar niet aan beginnen.

-          Wat is een zwaar beroep?
Daar verschillen de meningen over. Ik denk dat elk beroep zijn zware kanten heeft; in het ene geval meer op lichamelijk gebied en in het andere op psychisch gebied.

-          Waarom recht op AOW na een x-tal werkjaren?
Dit suggereert dat tegenover elk werkjaar een opbouwjaar aan AOW staat, en dat is niet zo. Nederlandse burgers die voor langere tijd als expat in het buitenland werken, bouwen in die jaren helemaal geen AOW op. En mensen die in Nederland wonen en niet werken bouwen wel AOW op.

-          Lager opgeleiden eerder AOW geven?
Lager opgeleiden zouden eerder AOW moeten krijgen, omdat zij gemiddeld genomen minder lang leven dan hoger opgeleiden. Als dat eerdere overlijden veroorzaakt wordt door de slechtere gezondheidszorg die lager opgeleiden krijgen, dan zou het wellicht een reden zijn om eerder AOW toe te kennen. Maar – naar ik heb begrepen – is dat niet het geval. De kortere levensverwachting wordt met name veroorzaakt door de minder gezonde levensstijl die men gemiddeld genomen heeft: meer roken, minder bewegen en minder gezond eten

Kijken we naar de financiering van de AOW dan zou je zelfs een heel andere kant op kunnen denken.. Een werknemer die het minimumloon verdient, betaalt ongeveer € 3.500 per jaar aan AOW-premie, terwijl iemand die twee keer modaal verdient € 6.000 per jaar betaalt. Houden we rekening met heffingskortingen (voor iemand zonder kinderen), dan komen we uit op € 950 respectievelijk € 5.700.
Uiteindelijk ontvangen zij op jaarbasis wel allebei dezelfde AOW-uitkering

Is flexibilisering van de AOW de oplossing?
Afgelopen week is een rapport van SEO verschenen waaruit blijkt dat dit weinig soelaas biedt en bovendien de gemeenschap ook nog eens extra geld kost. Dit onderzoek sluit aan op mijn conclusies uit een eerder blog.  

Wat dan wel?
Het is makkelijk om te roepen dat “onderscheid maken tussen groepen” en “flexibilisering van de AOW” geen oplossing is, maar wat dan wel? Want de oplopende AOW-leeftijd wordt door veel mensen toch wel als een probleem gezien.
Onderstaand geef ik een aantal mogelijke oplossingen:

-          Werkgevers zouden de verplichting kunnen krijgen om te zorgen dat oudere werknemers kunnen overstappen naar een minder zware functie. Ik kan mij overigens voorstellen dat een dergelijke mogelijkheid voor een grote onderneming wat makkelijker te realiseren is dan voor een kleine onderneming.

-          Stimuleer parttime werken vanaf een bepaalde leeftijd. Dat beperkt de werkdruk voor die werknemers.

-          Werknemers stimuleren en ondersteunen om op latere leeftijd de overstap te maken naar een geheel andere functie. Omscholen: het begrip een leven lang leren is er al.

-          Start als oudere werknemer een eigen bedrijf.

-          Spaar zelf om eerder met pensioen te gaan (of erfenis, huis opeten).

-          Verlaag de franchise in pensioenregelingen naar nihil. Hierdoor bouwen met name de lager gesalarieerden relatief gezien veel extra pensioen op, waardoor zij alsnog vervoegd kunnen uittreden en een redelijke uitkering tegemoet kunnen zien.

-          Laat de overheid een overbruggingswerktraject opzetten voor mensen die de 65-jarige leeftijd hebben bereikt. In de bijlage licht ik dit nader toe.
De compensatie hiervoor is gelijk aan de AOW-uitkering die men normaliter vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd zou ontvangen. Voor het overige kan men het opgebouwde aanvullend pensioen vervroegen of uit andere bronnen in extra inkomen voorzien.

Enkele nevenvoorwaarden?
De overheid en/of werknemers-/werkgeversorganisaties moeten wel het nodige regelen

-          In cao-overleg afspraken maken over het scheppen van alternatieve banen, parttime werken (met behoud van een groot deel van het salaris) en vaststellen van een omscholingsbudget (de overheid zou dit fiscaal kunnen ondersteunen).

-          Werknemers moeten bereid zijn om zich om te scholen. Daarbij zal de nieuwe functie in veel gevallen ook gepaard (kunnen) gaan met een lager salaris (demotie).

-          Het moet gebruikelijk worden dat men op latere leeftijd van baan verandert met bijhorend aangepast salaris en/of een overbruggingswerktraject in gaat (acceptatie van de omgeving)

-          Voor verlaging van de franchise zal fiscaal het nodige aangepast moeten worden, maar wellicht kan dat meegenomen worden bij de aanpassing van het belastingstelsel.

-          Tenslotte moet voorkomen worden dat misbruik gemaakt wordt van de situatie.

Tenslotte
Als de prognoses kloppen gaat de AOW-leeftijd – rekening houdend met die 18,25 jaar die we mogen genieten - op langere termijn naar 70-75 jaar (en misschien zelfs nog hoger). Ik denk echter dat er een soort “natuurlijk maximum leeftijd” is waarop het nog human is om mensen te verplichten aan het arbeidsproces deel te laten nemen. En naar mijn mening ligt die lager dan de AOW-leeftijd die uit het wettelijk kader voortvloeit. Dat betekent uiteindelijk maar één ding op: met zijn allen die extra lasten dragen.

 

 

Bijlage Toelichting op banen overbruggingswerktraject

 

In plaats van flexibilisering van de AOW, biedt de overheid een overbruggingswerktraject aan. Dit is bedoeld als alternatief voor 65-plussers die niet meer in hun huidige functie door kunnen of willen , maar toch nog wel door moeten tot de AOW-gerechtigde leeftijd.

Het betreft werkzaamheden die normaliter niet uitgevoerd worden, maar feitelijk wel noodzakelijk zijn c.q. een positieve bijdrage aan onze maatschappij leveren. De compensatie hiervoor is gelijk aan de AOW-uitkering die men vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd zou ontvangen.

Er kan gekozen worden uit drie categorieën werk: veiligheid, zorg of overige werkzaamheden.

 

Veiligheid

-          Wijkpreventie

-          Toezicht op plaatsen waar relatief veel criminaliteit plaatsvindt

-          Ondersteuning coldcase teams (papierwerk, uitzoekwerk)

-          Toezicht bij grote evenementen

Zorg

-          Activiteiten ondernemen met ouderen

-          Boodschappen doen voor mensen die dat zelf niet kunnen

-          Hulp verlenen bij bijeenkomsten

-          Vervoer verzorgen

Overig

-          Werkzaamheden op eigen gebied (buurtwinkel, reparatie, advies hoe iets moet)

-          Integratie asielzoekers (taalcursus)

-          Ondersteuning bij werkzaamheden allerlei verenigingen